06 Waarom trechterbekers in hunebedden?

Het fascineerde me al een tijdje wat er toch was met de trechterbekers die bij opgravingen in de hunebedden gevonden werden. In hunebed D26 (zie figuur 1) in Drenthe bij Drouwen werden maar liefst 160 trechterbekers of de restanten daarvan gevonden.

Figuur 1: Opgravingen bij hunebed D26 bij Drouwen

Niet allemaal meer heel, maar na het nodige restauratiewerk konden er in het hunebeddencentrum te Borger drie vitrines mee gevuld worden. Prachtig om te zien!  De meeste bekers hebben graveringen van lijntjes en puntjes in allerlei patronen waarvan sommige met wat ‘verfstof’ van beendermeel waren opgevuld zodat de graveringen wit werden.  In de traditionele theorie van archeologen worden deze als grafvondsten gezien. De bijbehorende skeletten zijn in Nederland echter nooit gevonden. Valt daar meer over te zeggen? Hoe werden ze eigenlijk gemaakt en gebruikt? Waarom kwamen ze in de hunebedden terecht? Daar heb ik me middels aura-reading op gericht. Het resultaat daarvan staat hieronder.

 

De prachtige trechterbeker

Ik stelde me in op een mooie trechterbeker in het midden van de vitrine, zie figuur 2.

Figuur 2: Trechterbeker met graveringen

De zijkanten waren gegraveerd met een afwisselend patroon. Helderziend kreeg ik beelden van de pottenbakker die heel geïnspireerd bezig is met het maken van de pot. Het lijkt of er voortdurend gedachten aan de goden door zijn hoofd spelen: ‘moge de goden deze pot zegenen zodat alleen de heerlijkste en juiste dingen hiermee gebeuren. Laten zijn gebruikers hier veel vreugde aan beleven!’ Bij de versieringen heeft de pottenbakker ook gedachtes voor een lang leven van de gebruikers, een vreugdevol leven, een leven in vriendschap met de buren, goede oogsten, zegeningen en een overvloed aan voedsel. De pottenbakker had van zijn leermeester  geleerd hoe hij de trechterbekers moest maken en met welke intenties gewerkt kon worden bij het maken van de versieringen. De pottenbakkers gaven hun kennis en kunde iedere keer aan volgende generaties door. 

Als de pot na een aantal dagen klaar is, gaat hij naar de man en vrouw die de pot bij hem besteld hebben. Die zijn heel blij met de pot, die is nog mooier dan ze gehoopt hadden! De pottenbakker legt uit welke intenties hij heeft meegegeven aan de graveringen op de wand van de pot. De man en vrouw begrijpen die graveringen maar half en zijn er meer op gericht om de prachtige pot in ontvangst te nemen en te gaan gebruiken. De pottenbakker krijgt als betaling veel etenswaren maar ook een pijl en boog.

De vrouw gaat de pot aan de binnenkant zorgvuldig wassen en er daarna voedingsmiddelen indoen. Een vuur wordt gestookt en de pot wordt in de nabijheid daarvan gezet zodat deze kan opwarmen zonder zelf rechtstreeks op het vuur te staan. Af en toe roert ze in de pot en doet een beetje van de inhoud op haar vinger om te proeven. Als het gerecht klaar is wordt het uit de pot gegoten in een houten mal en komvormige uitsparingen in een houten (tafel)blad. Daar kan het gerecht afkoelen.

Ze proeft na verloop van tijd nog een keer en strooit er een beetje van een kruid over heen. Ze laat het nog wat langer staan. Dan worden man en kinderen ‘aan tafel’ geroepen en iedereen krijgt te eten. Haar man en zijzelf eten uit de (grote) houten mal en haar drie kinderen uit de komvormige uitsparingen. Het smaakt ze erg goed. Er wordt ook een heel slap bier of iets dergelijks bij gedronken. Later die dag wordt de pot zorgvuldig leeg geschraapt en de restjes worden gretig opgegeten door haar kinderen. Een paar dagen later wordt de pot opnieuw gebruikt.

 

Offerande aan de goden

Maar waarom zijn er zoveel trechterbekers in de hunebedden gevonden? In veel hunebedden in Nederland zijn bij het graven in de bodem onder de keienlaag, trechterbekers naar boven gekomen en geen botten van mensen. Hoe kan dat? Zijn het wel grafvondsten?

Opnieuw heb ik me op een trechterbeker ingesteld, nu een kleinere (figuur 3) van het D26 hunebed bij Drouwen, en opnieuw kreeg ik beelden. Nu van een moeder die een beker vol met heerlijke dingen  als offerande aan de priesters van deze hunebed bracht, om de goden te smeken haar zoontje die ziek was, beter te maken. De priester van het hunebed nam de beker in ontvangst en vroeg ernaar wat haar zoontje precies mankeerde. Daarna beloofde hij de beker aan de goden op te dragen.

Figuur 3: Trechterbeker als offerande

Met de pot ging hij het hunebed in en deed een deel ervan in een andere pot voor de priesters. De pot met de rest van de inhoud werd begraven in het hunebed. Maar dat was nog niet het einde van het verhaal. Na het begraven van de pot bracht de priester zich in een meditatieve trancestaat, die hem hielp contact te maken met zijn spirituele gidsen (de ‘goden’). Hij stelde zich helderziend in op het zoontje om zo een beter beeld te krijgen van zijn ziekte en al wat te helpen door het laten toestromen van healing energie. Daarna vroeg hij zijn spirituele gidsen om hulp voor het zoontje van de vrouw. Hij kreeg via de weg van de intuïtie een hele serie aanwijzingen door, zoals een bepaald kruid in stukjes hakken en met water mengen. Dit moest de zieke lepeltje voor lepeltje innemen, zo’n 3 à 4maal daags. Daarnaast kwamen er aanwijzingen voor massage van de nek en de buik van het kind (het kind had ernstige krampen in zijn maagdarmgebied) en het drinken van een bitter smakende drank.

De vrouw was blij om de aanwijzingen van de priester te horen: ze begreep dat de goden haar wensen verhoord hadden. Langzaam ging in de weken daarna haar zoontje genezen.

 

Een flesje?

De naam trechterbeker is wat misleidend want er zijn ook schalen opgegraven, flesjes, emmers, bijlen enz. In de vitrines van het Hunebedcentrum is deze variëteit goed te zien.  Daar zit ook een kraaghalsflesje bij (zie figuur 4). Waarvoor zou dat gediend hebben?

Figuur 4: Kraaghalsflesje staande op een wit plateautje

Toen ik me helderziend erop instelde, zag ik dat iemand er dingen indeed, mogelijk bessen. Hij wilde niet dat anderen dat zouden zien, het had iets heimelijks. Bij de bessen werden ook kruiden gedaan en het geheel werd samengeperst in het flesje. Een vloeistof werd in het kleine flesje gedruppeld, waarna het flesje werd afgesloten.

De man die dat deed, hield nu dat flesje in beide handen en begon zijn energie erop te richten met gedachtes als: “Dat de inhoud van het flesje kracht moge geven, kracht om tochten in de geest te maken, kracht om bij het rijk van de goden te komen en aldaar wijsheid en inzicht te krijgen.”

Het flesje werd daarna goed opgeborgen. Pas dagen later werd het flesje weer tevoorschijn gehaald. Een aantal druppels van de inhoud werd in de waterbeker van een man gedaan. Er was spanning of alles zou lukken. De man nam wat slokjes van de vloeistof in de beker. Na verloop van tijd voelde hij zich zweverig worden en vertelde dat hij uit zijn fysieke lijf wegzweefde.  Half wakend, half dromend probeerde hij vat te krijgen op de droomachtige wereld waarin hij terecht was gekomen. Toen bedacht hij dat hij een duidelijke vraag had: of hij wel of niet met iemand moest gaan samenwerken.

Er leek meteen iets in zijn gevoel te veranderen. Spirituele gidsen kwamen in actie. Het voelde voor hem alsof hij bij zijn kruin werd opgetild. In die toestand kreeg hij bewust contact met zijn gidsen. Hij kon nu beide opties goed overzien: wel of niet samenwerken. Beiden hadden voor- en nadelen maar hij zag ook hoe hij de samenwerking zo kon inrichten dat deze constructief zou verlopen. Allerlei tips kwamen in hem op.

Naderhand ging hij hierna handelen, wat deels een oplossing gaf, maar na enige tijd was een tweede sessie nodig om zijn vervolgstappen duidelijker voor ogen te krijgen.

 

Geen grafgiften?

Maar hoe zit het met de doden als die niet in een hunebed worden bijgezet? Waar begraven ze die dan? Ik kijk helderziend bij een groep van vijf hunebedden bij Drouwen naar wat er met hun doden gebeurde. Ik kreeg beelden van het wegbrengen van het lichaam van de overledene en een verbranding ervan. De ziel van de overledene moest zo opgaan naar de goden. Ook bij het tweelinghunebed in Drouwen en het grote hunebed bij Borger kreeg ik dezelfde beelden. Er waren geen beelden van urnen waarin de as van de doden bewaard zou kunnen worden.

 

Terugblik

Terugkijkend op de beelden van de trechterbekermensen viel me op hoe spiritueel een aantal van deze mensen ingesteld was. De priesters en priesteressen hadden een groot repertoire aan spirituele mogelijkheden beschikbaar voor adviseren van mensen en het uitvoeren van healingen. In het handelen van de pottenbakker waren ook gedachtes over zijn ‘goden’ aanwezig. Die ‘goden’ zie ik als aura-reader vaker. Het zijn de hulpvaardige geesten van gene zijde. In de westerse cultuur ook engelen genoemd, geleidegeesten, spirituele gidsen of healing masters. Ooit allemaal op aarde levend maar nu als mens zonder lichaam, als geest dus, verdergaand in een wereld buiten de onze maar die er toch nauw mee verweven is. 

Benieuwd naar andere verhalen over de hunebdden? Kijk elders op dit blog en de rubtoek Mijnhunebed van het Hunebedcentrum te Borger.. 

► Vorig blogbericht: Een kloosterleven gericht op God

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *