Vijfde donkere sfeer
Verslag van een aura-reading van het bezoek van de Christus aan de vijfde donkere sfeer, een impressie.
Nog dieper gaat de Christus in de donkere sferen. De mensen die hier zijn, hebben verschrikkelijk leed gebracht in de wereld. Ze hebben niet alleen fysiek gemarteld en gemoord maar ook geestelijk. Ze hebben anderen gek gemaakt, waanzinnig van ellende, helemaal tot diep in hun wezen verstoord. Ze hebben hun levensenergieën van hen afgepakt en zich daarmee uitgeleefd. Als waanzinnigen zijn deze mensen te keer gegaan om anderen lichamelijk en geestelijk te ruïneren. Ook hebben ze zich als geest, als demon, aan aardse nog geïncarneerde mensen vergrepen en ook hen gek gemaakt. Hun lichaam overgenomen en zich op die manier aan anderen vergrepen Ook hier zijn er mensen die zich teruggetrokken hebben, moe van het steeds maar weer uitleven van hun eigen hartstichten of daarvan het slachtoffer zijn in deze sfeer. Af en toe flakkeren de krachten van harttocht en woede nog in hen op.
De stem van de Christus die zich op deze sfeer heeft ingesteld, begint door te dringen:
“Zwart als de nacht is het hier. Geen licht komt hier, geen geluid dan het gekerm, het steunen van de pijnlijken, het gekerm van hun dood.
Geen licht, niets kan hen bereiken.
Dood als zwart, als de duisternis van het verleden, eeuwig zwart voor altijd. Geen geluid kan tot hen doordringen, alleen gekerm, eeuwig zullen zij lijden.
Zwart donker en miserabel.
Geen licht, geen hoop, niets dringt meer tot hen door. Alleen de slagen van hun hart, het gekerm en de gepijnigde handen van het krampachtig grijpen zijn voor hen nog waarneembaar. Zwart als de nacht is hun huid en ze voelen hun grove ademhaling door hen heen gaan.
Ze weten dat ademen leven is. Hoe ze zachtjes ademhalen, en daarom leven. Zacht inademen en uit, op en neer als een golfslag. Inademen, uitademen.
De ruisende zee van het leven.
Heel even is dat voelbaar.
Inademen, uitademen.
De zee van het leven gaat voort, ruisend, smachtend.
Het opent zich en sluit zich.
De zee stroomt binnen en dan weer terug.
Het water is iets warm en borrelt omhoog.
Het is de zee vol planten, dieren en vissen die in ons omhoog komt.
De ruisende golfslag van de zee verbindt ons met het kosmische, met zon, maan en sterren.
Ieder voelt die ademhaling
Een enkeling de warmte van die zee
De ademhaling die warmte brengt in het lichaam, heel zacht
De golfslag van de ademhaling gaat door.
Steeds rustiger wordt het.
De ademhaling gaat rustig op en neer
Heel rustig blijft het doorgaan
Langzaam begint er leven te komen. De ademhaling staat niet meer op zichzelf maar het hele lichaam begint met te golven. Langzaam wordt het lichaam warm.
Heel even begint er iets lichts te zweven. Een zachte zweem van licht.
Warmte begint te door te stromen.
Langzaam ademhalend komt de warmte in het lichaam terug. Even voelen we ons blij (een kind van God). Steeds warmer wordt het.
Rustig gaat de golfslag , die ademhaling, verder.
Het licht der hemelen komt in u.
Langzaam wordt die ademhaling lichter. Ze geeft van binnen ruimte. Ze geeft leven.
Voel hoe er hulp is, hulp die lucht en ruimte geeft om dieper in te ademen, om te helpen een volgend stapje te maken uit deze duisternis.