9b Ervaring van de vrouwelijke readee in de ondergrondse kamer van de Grote Piramide van Gizeh
Figuur: Put (links) ondergrondse kamer
Afwijkende inwijdingsweg
Bij de ’normale’ inwijdingsweg kom je in je droomlichaam buiten bij de piramide (zie vorige hoofdstukken), ga je door de trial passage en ervaar je diep in de piramide de krachten van de vier windstreken, maar dat is niet wat ik bij deze reading zie gebeuren. Blijkbaar is dit een ander soort inwijding De vrouwelijke inwijdingskandidaat gaat in haar droomlichaam terug naar het beneden gedeelte van de lange gang (figuur 1, punt S). Helemaal beneden integreert ze haar droomlichaam met haar fysieke lichaam. Ze voelt dat ze haar missie in het leven fysiek moet kunnen waarmaken. Ze wil de kracht hebben die daarvoor nodig is en ze weet dat die kracht achter de stenen deur ligt aan het eind van de gang.
Ze loopt daarnaar toe en duwt met al haar kracht om de draaideur te openen, maar het lukt niet. Dan grondt ze zich sterker door zich gevoelsmatig enige tijd op de aarde in te stellen. Krachten beginnen door haar voeten omhoog te komen en even later heeft ze voldoende kracht om de deur te openen. Ze komt in het voorportaal van de ondergrondse kamer en ze merkt dat ze zich moet realiseren of ze de krachten die hier schuilen echt wil aangaan en of ze dit ook aankan. Daar zit ook een gevoel van verplichting bij, want als je de krachten in jezelf opwekt, is het ook de bedoeling dat je ze gebruikt. Ze moet zich bezinnen om dit commitment met de diepere krachten die in een mens besloten liggen, aan te gaan.
Ze krijgt beelden van zichzelf, dat ze in de toekomst onvermoeibaar bezig is met haar levensmissie van genezing brengen en daarvoor overal in Egypte naar toe reist. Ze opent de volgende draaideur en bij het binnenstappen van de ondergrondse kamer voelt ze dat het er zindert van de energie. Vaag ziet ze met haar geestesoog in het midden van de ruimte iets dat op een vlam lijkt, een put met vlammen. Ze voelt dat ze naar links in de ruimte moet gaan (terwijl de inwijdingsweg van mannen via de rechterkant ging!).
Ze gaat naar plek die haar confronteert met gekonkel, ze realiseert zich dat de basiskrachten van het aardse bestaan ook zo kunnen worden gebruikt (ouderwets gezegd: achterklap). Ze staat voor de plek en voelt dat deze krachten in interactie zijn met haar vrouwelijke energie. Dan voelt ze een spirituele kracht in haar naar voren komen en realiseert ze zich dat ze dit niet wil, maar voor het licht wil gaan. Ze stapt op deze plek op de een of andere manier in een nis die te maken heeft met menselijke communicatie. Ze draait haar lichaam in de nis, legt haar oor te luisteren en beseft ‘ik moet bij de realisatie van mijn levensmissie helder blijven communiceren vanuit mijn hart. Het is belangrijk dat het juiste en het goede naar voren komt. Dat ik met mijn energie en inzet er bewust voor moet gaan, zodat ik niet terecht komt in roddel, gekonkel en achterklap.’
Een energie begint van boven naar beneden door haar heen te stromen en ze voelt dat dat samenhangt met het zich sterk maken om bij haar innerlijk zelf te blijven, ook als ze in situaties komt waarin ze geconfronteerd wordt met roddel. Het is nodig, beseft ze, om als genezeres van het lichamelijke en het geestelijke bij zichzelf te kunnen blijven en afstemming te houden met het geestelijke. Als ze voelt dat ze de confrontatie met deze krachten heeft doorstaan stapt ze uit de nis. Ze voelt zich gesterkt door deze ervaring.
Ze loopt aan de linkerkant verder de ondergrondse ruimte in. Het lopen voelt zwaar aan door de krachten en energieën die daar zijn. Ze komt links bij een gangetje, een laag gangetje dat diep doorloopt naar achteren. Ze aarzelt: “Zal ik daar wel of niet ingaan?” Het gangetje heeft betrekking op de confrontatie met de aarde. De aarde is niet ongevaarlijk want je kunt bijvoorbeeld diep vallen en de aarde kan je verpletteren. Het staan voor het gangetje versterkt bij haar de gevoelens van gevaar. Dan voelt ze een impuls in haar hart: ‘de aarde is ook mijn bondgenoot, ik leef op de aarde, ik dien op de aarde en de aarde is ook mijn vriend. Ze bukt en kruipt op haar knieën door het gangetje naar achteren. Ze merkt dat ze actief bij het gevoel moet blijven dat de aarde bij haar past, dat de aarde haar bondgenoot is. Zo krijgen de krachten om haar te verpletteren niet de overhand.
Ze kruipt verder. Achterin de gang is het iets ruimer. Ze gaat daar zitten en krijgt beelden over wat de aarde kan bieden. De aarde die ons voedt door de gewassen die er groeien, de aarde waar je je mee in kan wrijven. De aarde waarmee je nauw verwant bent, want je huid en de rest van je lichaam is ook fysiek. Ze krijgt een beeld dat ze iets uit de aarde pakt en beseft dat ze hiermee iemand kan genezen. Ze krijgt het beeld van een palmachtige boom en beseft dat ze hier iets uit kan halen dat ze kan opeten en opwekkend is. Ze ziet beelden van edelstenen en kristallen in de aarde die ze kan gebruiken bij het genezen van mensen. Ze ziet hoe ze met een klein kristal in haar handen over iemand heen gaat. Dan brengt ze het kristal op een bepaalde plek en geeft daar iemand een healing. De gezamenlijke energie van haar handen en het kristal is zodanig dat een storing in iemands lijf hersteld kan worden, waardoor de energie kan doorstromen die eerder stagneerde.
Ze krijgt een beeld waarin ze ziet hoe ze iemand met gele aarde op de buik wrijft ten behoeve van genezing. In een ander beeld houdt ze één hand boven de rug van iemand die ligt, om op die manier de darmen van die persoon te genezen. Ze voelt dat de aarde haar vriend is, maar dat je er wel voor moet uitkijken. Zo zijn er ook giftige stoffen in de aarde en bij een rotswand moet je uitkijken dat je geen steen op je hoofd krijgt of dat je van de rotsen valt. Of dat je op een plek bent waar de aarde wegzakt onder je voeten. Als ze met haar bewustzijn zich op de aarde richt, voelt ze dat de aarde haar draagt. Ze beseft: dat dit de energie is die ze wil, als ze daarop afgestemd is kan ze als genezeres overal in Egypte werken.
Ze kruipt terug door het gangetje. Tijdens terug kruipen gebeurt er ook iets energetisch, ze krijgt het gevoel ‘ik ben hier met de aarde en samen zijn we sterk.’ Ze voelt zich vervuld met de energie van de aarde. Ze realiseert zich ook dat het energielichaam van de aarde gelaagd is en het is alsof ook dat allemaal in haar gevoel meekomt. Wanneer ze uit het gangetje is, heeft ze gevoel dat de aarde haar vriend is, dat ze samenwerkt met de aarde.
Ze kijkt naar het vuur in het midden van de ruimte, in de put. Ze loopt er naar toe en komt bij de verlaging in de vloer van de kamer rondom de put. Ze staat op de rand bij die verlaging en voelt ze dat ze in de put wil afdalen. Maar ze vraagt zich af of ze wel de krachten uit de diepte wil voelen. Ze beseft dan dat dat de enige manier is om tijdens de realisatie van haar levensmissie overeind te blijven is om nu de krachten uit de diepte te voelen. Anders is te zwak en kan te gemakkelijk omver geduwd worden door tegenkrachten. Ze stapt in het verlaagde gedeelte dat om de put heen is. Haar voetzolen beginnen te gloeien en ze voelt de energie van de put in haar omhoog komen. Dat brengt haar bijna uit balans, zo sterk is het, brandend ook. Ze wil zich toch niet door deze energie laten afschrikken. Ze krijgt beelden dat je angstig kan zijn als je in onbekend gebied bent. Daardoor kan je je gronding kwijt raken en in een angst en paniek terecht komen. Er schiet haar weer te binnen dat de aarde haar vriend is. Ze voelt hoe belangrijk het is om deze energieën van de aarde te accepteren om daarna met zekerheid en zelfbewustheid haar weg te kunnen vervolgen, ook al gaat die weg door onbekend gebied. Het kost haar moeite om hierop te blijven focussen maar ze houdt vol al gloeien haar voeten. Geleidelijk voelt ze de energieën uit de aarde steeds meer door haar heen stromen terwijl ze innerlijk verbonden blijft met geestelijke energieën van boven. Het voelt steeds natuurlijker en geeft haar een bijzonder gevoel van zelfbewustzijn en zekerheid. Ze loopt verder naar de put toe.
Deze put is soort schacht naar beneden en voor haar geestesoog ziet ze dat er vlammen uitkomen , een spiritueel vuur. Ze voelt zich aangetrokken tot dit vuur en is er ook een beetje bang voor. “Ben ik sterk genoeg om dit te kunnen hebben, dit vuur,” gaat er door haar heen. “Dit is zo sterk, hier kan ik de wereld mee veroveren. Maar kan ik het wel aan, ben ik sterk genoeg? Wie helpt me, als ik in de put ga, om er weer uit te komen?” Ze bedenkt dat ze hiervoor getraind heeft en ze beseft dat het hebben van deze kracht haar als genezeres autoriteit geeft in Egypte. “Als ik in deze energie tot mijn beschikking heb, kan ik werkelijk genezen en er werkelijk zijn” bedenkt ze. Ze gaat op de rand zitten en daalt af in de put door zich schrap te zetten in de buis met voeten tegen de ene wand en rug tegen andere wand. Hortend en stotend laat ze zich naar beneden zakken door deze buis.
Als ze beneden aangekomen is, lijkt het net of de onderkant van de buis gloeit, niet fysiek maar geestelijk: rood en geelachtig. Ze voelt: “ik moet bij mezelf blijven, bij mijn innerlijk licht blijven”. De energie van de put begint door haar lichaam te stromen, door haar voeten naar haar stuit. Van haar stuit naar boven. Drie diepliggende energie(kundalini)centra onder haar stuit schakelen één voor één aan. Het zijn diepe krachten die ze in zich actief voelt worden en om niet overspoeld te worden door die krachten stelt ze zich tegelijkertijd goed in op haar innerlijk. Ze voelt de energie in haar benen omhoog komen waarna er iets bij haar stuit begint te werken. Ze voelt hoe daar ook iets (het kundalinicentrum aldaar) geactiveerd wordt. Langzaam voelt ze de stroom door haar rug omhoog gaan. Ze moet haar best doen om bij zichzelf te blijven zodat de kundalini stroom gecentreerd blijft en niet weg schiet. De energie stroomt door een energiekanaal (sushumna) van haar stuit tot aan haar kruin. De energie vormt een lichtende lijn van haar stuit naar haar kruin, met aftakkingen onder haar nek naar haar armen en handen.
Ze staat daar in de put en ze voelt die krachten steeds meer komen. Haar handen beginnen nu te stralen en ze voelt hoe in haar handchakra’s aparte kwaliteiten gewekt worden die belangrijk zijn voor haar genezend werk. Het zelfde gebeurt bij haar ogen waar in haar oogchakra’s ook bepaalde kwaliteiten geactiveerd worden. De energie is nu bij haar kruin en ook de drie energiecentra boven de kruin worden geactiveerd. Van voren is een stroom over haar buik naar boven aan het gaan en ook over haar armen stroomt het en de buitenkant van haar benen. [Pierjasi zegt: net of de energieën van de incarnatie nu voor mij weer toegankelijk moeten worden. Pierjasi helpt bij de afstemming daarvan.] De incarnatie voelt steeds meer de kundalini door haar heen stromen, steeds vollediger. Ze voelt de uitstraling daarvan in haar handen en haar ogen steeds krachtiger worden. Ze ervaart hoe de kundalini kracht steeds meer een deel van haar wordt. Bij eerdere voorbereidende trainingen werd de kundalini kracht ook al in haar geactiveerd maar nu wordt deze op een nieuw niveau geactiveerd. Een niveau dat past bij haar missie in het leven, van spiritueel genezeres, spiritueel leiderschap en daarbij kunnen inspireren.
De kundalini door haar aura begint steeds meer uit te stralen. De energiecentra van haar hoger zelf (boven in de aura) en haar aardse hoger zelf (beneden in de aura) werken mee om haar systeem in te stellen op deze energie. [Pierjasi stelt mijn systeem weer bij, met name mijn linkerzijde, de emotionele kant]. De incarnatie heeft op zelfbewuste en krachtige wijze gevoel ‘de hele wereld aan te kunnen’. Zij drukt haar rug tegen de schacht aan en met haar voeten tegenover de andere kant van de schacht begint ze aan de klim naar boven. Het gaat moeizaam en ze voelt dat ze alle kracht nodig heeft die ze net gekregen in de put, anders zou ze er niet uit kunnen komen. Dankzij de sterke kundalinikracht weet ze zich omhoog te werken. Uiteindelijk lukt het haar en klimt ze uit de put.
Ze strekt zich uit en beseft zich dat ze het bewustzijn van de diepste energieën in zich gerealiseerd heeft. Dat die energieën in haar geactiveerd zijn en dat ze daar bewust toegang toe heeft. Ze gaat naar links het pad op tussen twee ruwe stenen dat wat omhoog gaat en veel met de krachten van seksualiteit en voortplanting te maken heeft. Ze heeft al drie kinderen, maar beseft nu ook dat in de voortplantingskrachten een diepere dimensie zit die met de kracht van het leven te maken heeft. Een energie die je kan afleiden: seks is leuk en je kan daar in opgaan en ervoor gaan in het leven zodat het seksuele gevoel bepalend wordt in je leven. Maar ze voelt dat ze daarvoor hier niet komt maar dat ze hier voor mijn missie komt: “ik heb de intentie bij mezelf te blijven, bij mijn innerlijk licht, om genezing te kunnen brengen. De voortplantingskrachten en de energieën die daarmee verbonden zijn heb ik nodig om als persoon actief te blijven. Ze stapt verder op het opgaande vloerstukje tussen de twee ruwe stenen. Ze beseft dat voluit wil leven en daar hoort deze energie bij. Terwijl ze omhoog gaat voelt ze die energieën in haar steeds actiever worden. Het brandt bijna in haar buik van krachtige seksuele energieën, maar ze blijft bij haar innerlijk gevoel om die energie door haar heen te laten stromen en voelt dat ze nu een levend, magnetisch lichaam krijgt. Seksualiteit wil ze ervaren als het in lijn is met haar innerlijk zelf, als dat daarmee klopt. Ze staat in het gangetje omgeven door ruwe stenen die symbool staan voor de oerkrachten die samenhangen met de voortplanting. Ze voelt hoe die energieën in haar buik oplichten, door haar heen stromen en haar een gevoel van leven en dynamiek geven met een magnetisch lijf.
Ze stapt op de verhoging tussen de twee ruwe stenen in. Ze voelt hoe de energie tussen haar benen en rug omhoog trekt. Ze staat op het midden van de verhoging en krijgt beelden van kinderen, kleine kinderen oppakken als moeder, het gevoel van moeder zijn voor je kind en de band die dat geeft. Opnieuw beseft ze dat ze een band met mijn kinderen heeft en tegelijkertijd bewust is van haar eigen persoon, zelfbewust. Ze gaat niet helemaal meer op in de moeder-kind relatie maar is tegelijkertijd bewust van de relatie met haar innerlijk zelf. Dat ervaart ze als een omschakeling in haar leven, dat het nu meer de kant uit gaat van in haar eigen innerlijke energie zitten. Dat niet meer haar moeder-kind relaties alles bepalend zijn in haar leven maar dat haar missie als genezeres centraler wordt. De moeder kind relaties blijven bestaan, maar zijn niet meer alleen zaligmakend.
Ze gaat iets meer naar voren op de verhoging, voor bij het midden, en daar krijgt ze beelden van haar en haar partner. Ze voelt dat daar ook een omschakeling is, van samen een gezin stichten, naar in liefde seksueel en ook spiritueel samen zijn. Dat daar ook een verandering in zit. Van stichten van het gezin, als vrouw voortbrenger van het leven, wordt ze nu meer de ondersteuner van het leven. Vanuit een relatie met haar partner van veel wederzijds begrip en er samen voor gaan. Een verandering van haar relatie waarbij haar missie centraler is en er tegelijkertijd een vloeibare, dynamische relatie is met haar partner is die zich verder kan ontwikkelen met een veel sterkere spirituele component erbij. Het leidt in haar gevoel naar een soort rijpheid als mens.
Ze komt aan de andere kant van de verhoging omlaag weer terug in de centrale ruimte. Ze voelt vervulling en warme vreugde met haar partner en dankbaarheid en een geluksgevoel ten aanzien van haar kinderen. Dat helpt, voelt ze, en zal bijdragen aan de missie die ze gaat doen.
Iets meer naar links in de wand van de kamer zit ook nog een nis. [Pierjasi brengt mijn energie systeem weer in balans met het vorig leven. Het vorige leven wilde er graag zijn maar gaf stress in mijn lichaam.]
Ze staat voor de nis en voelt: ‘door te vechten kan je er komen. Met de kracht die je hebt kan je hard optreden’. De nis heeft te maken met kracht die je kan uitoefenen. Ze beseft dat ze dat zo niet wil. Ze wil in haar kracht zijn, maar niet met die kracht klappen uitdelen. Ze wil kracht hebben in de vorm van standvastigheid, de kracht van het woord, de kracht van de houding en de kracht van de gedachte, van het denken. Maar ook kracht kunnen optreden, zodat mensen respect voor je hebben. Ze gaat de nis in en volgt de draaiing in de nis. Ze drukt met haar hoofd en rug tegen het plafond. Ze heeft de associatie van de kracht hebben om bergen te verzetten. Ze drukt er opnieuw tegenaan en er gebeurt links van haar iets in de wand: er komt een opening, een lage opening. Ze beseft dat als ze deze kracht wil ontvangen, ze helemaal in deze kracht moet komen en dus helemaal in deze nis. Ze werkt zich kruipend naar binnen toe en komt in een korte, smalle ruimte waar ze rechtop gaat staan. Ze zit hier bijna klem.
Ze voelt krachten in zich komen en krijgt beelden over hoe ze in een omgeving met andere mensen die tegenstand bieden, toch de kracht vindt om zich daar met zelfbewustzijn en zekerheid te kunnen bewegen en dat in haar lijf en gestalte tot uitdrukking kan brengen. Ze krijgt andere beelden van moeilijke situaties met mensen die proberen haar onderuit te halen, waarbij ze toch de kracht vindt overeind te blijven en de aanvallen van mensen langs haar heen te laten gaan. Steeds dieper werken de krachten in haar door. Ze krijgt beeld van een bijeenkomst waarvan ze weet dat daar nog vijandige krachten zijn maar ze krijgt toch de energie en de kracht om daar mee om te gaan. In Egypte zijn allerlei tegenkrachten. Ze heeft ook krachten nodig om zich staande te houden ten aanzien van de priesters, de spirituele groep van de bevolking, en zich niet door hun energieën en krachten van de wijs te laten brengen. Ook moet ze overweg kunnen met spirituele groepen verbonden aan tempels die zo hun eigen belangen hebben. In haar eigen kring van de mensen om zich heen zal ze ook zelfbewust in haar eigen kracht moeten blijven en zich niet mee moeten laten slepen door de krachten die daar weer aanwezig zijn. Zoals mensen die op voorspraak van anderen dingen willen. Ze moet ook de kracht hebben om nee te zeggen als dat nodig is en te kijken wat echt goed is. Dan voelt ze dat deze krachten in haar compleet worden.
Ze wurmt zich uit de nis, sluit die en staat weer in de ondergrondse ruimte en voelt zich sterker. Links van haar is de uitgang en ze voelt dat vlak voor de uitgang nog een plek is waar ze heen moet gaan. Ze loopt erheen en beseft dat ze de kracht heeft om allerlei gemenigheidjes uit te halen, gemenigheidjes in de zin van iemand energetisch in de knoop zetten. Vanuit het derde chakra van de wilskracht, bij iemand anders het derde chakra helemaal dicht zetten waardoor iemand even machteloos wordt. Ze beseft dat ze ook de energie heeft om iemand in de war te brengen, door bij en in iemands hoofd energiekoorden en een verduisterde energie wolk te projecteren. Of iemands grondingskanalen en beenkanalen te ontkrachten waardoor iemand gevoelsmatig in de lucht blijft zweven. Daardoor kan ze macht en invloed uitoefenen. Ze beseft opnieuw dat ze genezeres wil zijn en de energieën die tot haar beschikking staan, wil gebruiken om mensen te healen en te inspireren, te helpen ontdekken waarom ze hier zijn in dit leven.
Ze gaat een nis binnen en ze pakt daar met haar handen een stuk stenen richel vast. Ze concentreert zich en trekt de steen iets naar zich toe met de intentie dat ze alle krachten en energieën die ze in zich heeft, wil vrijmaken voor genezing. De steen waar de richel aan vast zit komt in beweging en een smalle ruimte komt vrij. Ze kruipt erin en klimt omhoog in deze ruimte symbolisch voor het op een hoger niveau brengen van haar energie. Ze komt boven in deze ruimte waar ze niet rechtop kan staan, maar alleen gebogen. Ze richt zich innerlijk weer op haar missie-energie. Ze drukt met haar hoofd en bovenkant van haar rug tegen het plafond, alsof ze de belasting, de last van de negatieve manieren om met energieën om te gaan, wil wegdrukken. Het geeft haar het gevoel symbolisch onder druk te staan terwijl ze toch bij haar innerlijke intentie blijft. Energieën beginnen nu in haar te stromen, van boven komen energieën, inspirerende energieën om bij haar intentie te blijven. Ook vanuit haar voeten beginnen energieën toe te stromen. Verder stromen deze energieën in haar lijf en beginnen uit te stralen naar haar handen en haar aura. De energie straalt door alle auralagen om haar heen en ondanks de druk die ze ervaart blijft ze erop gericht om de energie op een positieve manier te gebruiken in afstemming op haar innerlijk licht. Allerlei beelden trekken langs haar geestesoog, ze ziet mensen die haar uitdagen, die de spot met haar drijven en over haar roddelen. Het zijn allemaal situaties waarbij ze energetisch op een gemene manier kan optreden, maar dat niet doet.
Het lijkt wel of haar aura een afweerschild wordt. Ze krijgt steeds meer kracht waardoor dat soort negatieve invloeden minder bij haar binnen kunnen komen. Ondanks zware omstandigheden, ook energetische, blijft ze energetisch bij zichzelf, bij haar innerlijke intentie. Ze merkt dat haar tweede chakra een extra beschermlaag krijgt en ook haar derde chakra, haar handen, haar ogen, boven haar hoofd, haar keel, al die plekken krijgen een extra beschermlaag. Ook haar buik, eerste chakra, haar geslachtsorganen, haar voeten, de achterkant van haar tweede chakra, derde, vierde en vijfde chakra, haar schouderchakra’s, hoofd, kruin krijgen een bestendige laag om zich heen. Een laag die soepel is en haar beschermt. Ook vormt zich een laag in haar aura. Die laag werkt twee kanten uit, verder de aura in maar ook naar binnen in haar energielichaam die een versterking binnenin de chakra’s geeft. Ook de aurawand wordt door een laag versterkt; er komt een doorzichtige, soepele, stevige laag bij. Ook buiten de aura komt nog een laag. (De readee merkt op dat de energie kalmerend aanvoelt.) Dan voelt de incarnatie: ‘dit is genoeg, ik voel me helemaal compleet en ik ervaar een beschermlaag helemaal in en om me heen.
Ze wurmt zich door de smalle ruimte omlaag, alsof ze de hogere intentie weer mee moet nemen naar de basis, naar de grond, naar het leven op aarde. Wanneer ze weer gelijkvloers staat, gaan er sterke energieën door haar heen stromen en voelt ze dat ze opnieuw sterker met de aarde verbonden wordt. Ze staat nog in de nis terwijl de energie sterk vanuit de aarde komt en ze beseft daardoor ‘mijn missie moet ik waarmaken op aarde, deze energieën moeten landen op de aarde’. Ze stapt uit de nis en sluit die weer. [Pierjasi stelt mijn energie bij, de beschermlaag krijgt ook een plek in mijn huidige leven.]
Ze heeft gevoel dat ze verder moet met haar inwijdingstocht. Ze loopt de ondergrondse kamer uit en gaat langs de eerste deur, het voorportaal binnen. Halverwege het voorportaal stopt ze om zich te beraden. Ze voelt dat alle energieën die ze gekregen heeft, moeten integreren in haar en dat ze in bezit van deze energieën verder omhoog kan in de piramide. Ze voelt de wil om dat te doen, want anders blijft ze op het niveau waar al de krachten spelen die ze net ervaren heeft, zonder ze te verheffen. Ze voelt hoe de kracht van haar missie in kracht toeneemt en zelfs de overhand krijgt. Ze heeft nog een lange tocht te gaan en ze voelt dat ervoor wil gaan!
Ze passeert de tweede deur van het voorportaal en komt uit in de lange gang die omhoog gaat en waar ze eerder in droomtoestand was. Vanaf hier gaat haar tocht verder.
► Terug naar hoofdstuk 9: De ondergrondse kamer: basiskrachten van het bestaan
► Ervaring mannelijke readee in de ondergrondse kamer van de Grote Piramide bij Gizeh