10 De Grotto en de Bronschacht: de aantrekkingskrachten tussen man en vrouw en het verwekken van nieuw leven
Introductie: de kinderwens
De volgende fase van de inwijdingstocht gaat via een nauwe, steile, lange schacht omhoog door de rotsen onder de Grote Piramide waar zich een grotachtige ruimte bevindt, de grotto genaamd. Die ruimte is diep verborgen onder de piramide en slecht toegankelijk. Maar weinig onderzoekers zijn daar geweest voor nader onderzoek. Toch komt deze grotto bij aura-readingen van de inwijdingstocht naar voren als essentieel. Terwijl in de ondergrondse kamer de kracht van voorplanting naar voren kwam, is dit de plek die de aantrekkingskrachten tussen man en vrouw symboliseert en het verwekken van nieuw leven (zie figuur 1).
Figuur 1: Kinderwens
Misschien heb je in je leven zelf wel één of meer keren een kind verwekt. Of heb je een kinderwens of die ooit gehad. Deze plek heeft daar alles mee te maken en misschien dat je al lezend associaties krijgt met je eigen leven.
De ontdekking van de grotto
Op de website van de Bibliotheca Pleyades is een interessant verhaal te vinden over de ontdekking van de grotto en de bronschacht waarin interessante details te vinden zijn over de toegankelijkheid ervan. De vroegste onderzoeker die werkelijke wetenschappelijke gegevens over de Grote Piramide verzamelde, was de Oxford-astronoom John Greaves. Hij bezocht Egypte in 1637 om de piramides, en met name de Grote Piramide, grondig te onderzoeken. Hij ontdekte iets wat anderen hadden gemist. Toen hij de Grote Piramide bezocht, zag hij dat aan het begin van de Grote Galerij aan één kant een stenen blok verwijderd was en een doorgang naar beneden in de piramide zichtbaar was geworden. Hij had de ingang van de bronschacht ontdekt.
Figuur 2: In de grotto
De opening was ruim negentig centimeter breed en er waren inkepingen tegenover elkaar aan de zijkanten van deze schacht, zodat iemand met enige steun naar beneden kon klimmen. Greaves liet zich ongeveer 18 meter zakken, waar hij ontdekte dat de schacht was vergroot tot een kleine kamer die er als een grot uitzag (zie figuur 2). De schacht ging verder door naar beneden, maar het was er zo donker en de lucht was zo duf, dat hij besloot terug te klimmen zich afvragend wat de bedoeling van deze schacht was. Hij publiceerde zijn onderzoek onder de titel ‘Pyramidographia: A Description of the Pyramids in Egypt’ in 1646. Dit was het eerste boek dat ooit over de Grote Piramide werd gepubliceerd. Zijn werk bleek een grote stimulans te zijn voor andere onderzoekers en weldra volgden hem Engelse, Franse, Duitse, Nederlandse en Italiaanse onderzoekers. Ik moet hierbij opmerken dat de ontdekking van Greaves van de bronschacht toentertijd alleen maar vanaf de bovenkant gedaan kon worden. De lange gang naar de ondergrondse kamer lag toen nog vol puin ten gevolge van het openbreken van de Grote Piramide door de kalief van Bagdad, Abdu Al Ma’moun. Tijdens zijn bezoek aan Egypte in 832 beval deze kalief het openbreken van de Grote Piramide van Giza op zoek naar kennis en schatten. Hij ging de piramide binnen door een tunnel te maken in de Grote Piramide in de buurt van de plek waar zich volgens de traditie de oorspronkelijke ingang zou bevinden. De resulterende passage is het pad waarlangs toeristen vandaag de dag de piramide binnengaan.
De naamgeving
De naamgeving van de bronschacht en de grotto is waarschijnlijk afkomstig van een van de weinige piramide-onderzoekers die al lang geleden daadwerkelijk door de bronschacht is gegaan en de grotto heeft bezocht. In deze grotto zag hij dat het plafond ongewoon vochtig was en dat het eruit zag of er een laag over de kiezelstenen die in het plafond zat als van rijp. Deze ongebruikelijke samenstelling van het plafond bracht hem ertoe te veronderstellen dat er een waterbron in de buurt was. (Citaat in boek van Alan Alford, 2003). Iets wat bijzonder schijnt te zijn in deze woestijnomgeving.
Plaats en betekenis van de grotto
Over de plaats en betekenis van de grotto en de bronschacht is veel gespeculeerd. Zo is er een aanname dat de grotto er al was voordat de piramide gebouwd werd en dat er bij de bouw rekening mee gehouden werd. De grotto is nauw verbonden met het ingewikkelde systeem van gangen wat suggereert dat het onderdeel van het oorspronkelijke ontwerp was. Van sommige onderzoekers is er de suggestie dat de grotto en de bronschacht bedoeld waren als een ‘escape’ route voor arbeiders of priesters die hoger in de piramide de gangen hadden afgesloten van de buitenwereld en op deze manier zouden kunnen ontsnappen. Wonderlijk is ook dat er een groot granieten blok in de grotto staat (zie figuur 4) waarvan onduidelijk is hoe deze steen daar gekomen is en waarvoor deze diende. Dit stenen blok moet naar alle waarschijnlijkheid al bij de bouw van de piramide hier geplaatst zijn, want dat blok kon niet door de nauwe bronschacht vervoerd worden.
We vervolgen nu de inwijdingstocht in de Grote Piramide door middel van een aura-reading die over dit stuk van de inwijdingsweg vooral helder voelend indrukken gaf.
De klim door de bronschacht omhoog
Jezus staat nu voor de ingang in de westwand van de onderste gang in de piramide. Jezus heeft hier een bijzondere uitdaging. Hij moet niet alleen dit gat zien binnen te komen, maar vanaf daar een lange schacht, de bronschacht, doorgaan die schuin omhoog gaat (zie figuur 3). Het eerste stuk is steil en het vervolg, na de ‘knik’ in de gang, wat minder steil.
Figuur 3: De bronschacht met de grotto
Het eerste stuk van deze schacht (van ruim 45 meter) is dwars door de oorspronkelijke rots van het Gizeh plateau gehouwen. De schacht is van binnen goed afgewerkt en komt uit bij een ruimte die als de ‘grotto’ bekend staat. Deze ruimte bevindt zich ‘verborgen’ in de piramide, maar is gesitueerd net boven het aard¬oppervlak. De wanden van de grotto zijn ruw afgewerkt. De grotto is een wat eigenaardig gevormde ruimte met een diep gat erin (zie figuur 4: ‘deep hole in the floor’) van circa 4 meter. Zoals gezegd is het plafond behoorlijk vochtig waardoor de eerste onderzoekers het idee hadden dat hier een bron was. De muren van de ruimte zijn relatief ruw afgewerkt en in de grotto staat ook nog een granieten blok opgesteld. Vanaf de grotto gaat de schacht eerst schuin en dan recht omhoog (circa een meter) naar een horizontale gang en het begin van de Grote Galerij, hoger in de piramide. Het stuk gang bij de grotto loopt door de kalkstenen bouwblokken van de piramide en is daar ruw doorheen gehakt.
Figuur 4: De grotto en de bronschacht en (volgens piramide onderzoekers John en Morton Edgar)
De weg naar de grotto
Voor zijn geestesoog verschijnt het gezicht van de hoofdpriester: “Weet dat wie hier ingaat, te maken krijgt met de meest wezenlijke krachten die voor het voortbestaan van de mens op aarde van belang zijn. Krachten die verstoord kunnen raken of een kandidaat doen afglijden van zijn pad. Hij kan verward raken in intriges, kan daarin blijven hangen en zijn verdere tocht door dit gebouw van kracht, uitdaging en inspiratie doen stoppen. Hebt gij de kracht om het meest wezenlijke in ons voortbestaan op aarde te ervaren en te beheersen zodat ook het vervolg voor u bereikbaar wordt?”
Jezus antwoordt na enig intern beraad: “Ik begin de krachten van deze plek al te voelen en mijn besluit staat vast: deze en geen andere weg wil ik volgen! Ik ga op weg.”
Het lukt hem het gat in de westwand van de onderste gang van binnenuit vast te grijpen en zich omhoog te trekken naar binnen toe. Hij klimt door de schuine schacht omhoog en zet zich daarbij klem tussen rug en benen. Een heel lastige tocht, die misschien symbool staat voor de tocht die iemand soms moet gaan om een geschikte partner te bereiken. Op een bepaald moment wordt de schacht iets minder steil en gaat het klimmen wat minder moeilijk. (Symbolisch voor de partner die meer in het vizier komt?) Maar als hij zou uitglijden of zijn balans verliezen, is de kans groot dat hij een eind omlaag valt.
Het is een behoorlijk eind klimmen en waar de gang recht omhoog begint te gaan (zie figuur 3), komt hij aan bij een stenen deksel op de schacht die zijn voortgang belemmert.
Bij de grotto aangekomen
Jezus stelt zich intuïtief in op het stenen deksel en draait hier dan (horizontaal) aan waardoor er een opening vrijkomt. Daar kruipt hij doorheen en staat nu vlakbij de grotto. De schacht gaat verder omhoog maar hij voelt aan dat hij eerst naar links moet. Hij gaat die kant op en moet een steenblok opzij duwen, wat veel lawaai maakt. Hij kruipt door de vrijgekomen opening en laat zich met zijn voeten zakken op een horizontaal stuk. Hij loopt naar een granieten blok toe en drukt daar tegenaan, een aantal keren zelfs. Bijna alsof hij de kracht voor een manifestatie moet opwekken. Innerlijk ziet hij hoe deze plek met dit granieten blok verbonden is met de mannelijke, seksuele kracht. Helderziend ziet hij hoe vanaf zijn innerlijk beeld van mannelijke seksualiteit energielijnen naar boven lopen, naar de wereld van ongeboren zielen. Dan gaat hij naar rechts naar de ruimte beneden die nu beschikbaar is gekomen: de baarmoeder van het leven. Het voelt aan als een intieme ruimte waar hij niet zomaar in wil gaan en hij vraagt zich af of hij daar wel in moet afdalen. Zijn intuïtieve impuls is om er niet rechtstreeks in te stappen maar om schuin langs de wand omlaag te klimmen. Hij komt bij een richel aan waar hij op kan staan. Hij voelt seksuele aantrekkingskrachten in hem omhoog komen. Waagt hij de sprong in deze ruimte, in het verlangen de ‘ander’ tegen te komen, de partner, de wederhelft waarmee het tot kinderen kan gaan komen? Intuïtief voelt hij dat het beter is rustig omlaag te gaan langs de zijwand van de ruimte. Verdergaand komt hij op een horizontaal stuk aan. Weer vraagt hij zich af of hij vandaar zal springen. Nee, hij gaat iets verder naar rechts en het lijkt of er bij zijn voetsteun een hendel is die naar beneden gaat. Vandaar kan hij verder naar beneden afzakken in de grotto (zie figuur 5).
Figuur 5: Onderzoekers in de grotto
De confrontatie met de vrouw van zijn dromen
Hij staat nu onderin de intieme ruimte. Langzaam beginnen er beelden en geluiden te komen, beelden van een Oosterse stad. Voor zijn geestesoog ziet hij verderop een groot rijdier, mooi versierd, waar een vrouw van afstapt. Ze is prachtig gekleed en heeft schitterende juwelen om. Ze kijken elkaar aan. Hij kijkt in haar ogen en herinnert zich iets. Alsof hij haar van lang geleden kent. Een oud verlangen wordt voel¬baar, een verlangen om bij haar te zijn.
“De tijd is aangebroken,” zegt ze, “kom mee.” Dat is ook wat hij wil. Hij doet een paar stappen en bedenkt zich plotseling. “Wat doe ik nu? Wil ik dit? Is dit mijn missie op dit moment?” Hij voelt haar nabijheid. Hij kijkt haar in de ogen, ogen die hij ooit kende. Dan voelt hij zijn innerlijke stroom en intuïtie en zegt: “Je bent niet echt. De werkelijkheid is in mij. Je bent een projectie van mijn uiterlijk zelf, van mijn verlangen, van mijn seksuele geaardheid.” Het beeld verdwijnt.
Meer rechts van hem komt een nieuw beeld. Een dansende vrouw. Weer heeft hij het ge¬voel haar te kennen, alsof ze hem ergens vertrouwd voorkomt. Dezelfde ogen als daarnet kijken hem aan. Ze heeft nu minder kleren aan. Hij voelt hoe zijn lichaam reageert op haar vrouwelijke vormen en bewegingen. Hij loopt naar voren, vraagt haar ten dans. Maar dan vraagt hij zich af of dit is wat hij echt wil. Hij kijkt haar aan. “Je bent niet degene die ik zoek. Je bent een afspiegeling. Een afspiegeling van mijn pro-jecties. Je vertegenwoordigt het eeuwig vrouwelijke in mij en de dans, de beweging van man tot vrouw en van vrouw tot man. Toch ben je maar een fantoom, een kunstproduct, een af¬schaduwing en niet degene die ik zelf ben.” Het beeld lost op.
Dan voelt hij iets zachtjes in zijn nek, op wat een strelende hand lijkt. Rechts ziet hij een prachtig hemelbed. “Kom je?” wordt er geroepen. “Ik wacht op je.” Hij twijfelt. Hij ziet haar niet. Of ziet hij toch iets bewegen? “Je tijd is aangebroken,” hoort hij. “Je mag hier bij mij zijn. Ik ben er voor jou.” Hij voelt het verlangen in hem om bij haar te zijn, naast haar te liggen onder de koele la¬kens van een bed. Hij loopt naar het bed toe. Ze ligt in bed. Weer dezelfde ogen. Het lijkt alsof hij de zachtheid van haar lichaam al voelt. Hij staat voor het bed. “Kom bij me,” zegt ze, “ik ben van jou. Ik ben de bruid uit je dromen.” Weer flitst iets door hem heen als hij zijn goddelijke intuïtie raadpleegt die zegt, dat zijn missie in zijn hart ligt. “Je bent een projectie,” zegt hij. “Je bent niet echt. Je bent het verlangen dat ik als man in mij heb. Maar je bent niet echt. Je bent fake.” Het beeld van het hemelbed verdwijnt. Hij hoort nog: “Ik wil je vrouw zijn en je kinderen geven!” Hij voelt dat zijn tijd daarvoor nog niet is gekomen.
Man, vrouw en kind
Hij gaat staan en voor zijn geestesoog ziet hij de vereniging van man en vrouw. Hij ziet hoe een transparante energielijn van een ongeboren ziel afdaalt in hun gemeenschappelijke energie en aanhaakt bij de vrouw waarbij in haar buik de energie oplicht. De energieën van man en vrouw gaan weer los van elkaar en hij hoort bij de vrouw de woorden: “Nieuw leven, nieuw leven, hier heb ik mijn hele leven naar verlangt.” Hij ziet hoe het leven in de buik van de moeder groeit. De man is regelmatig vlak bij haar en zorgt voor haar. De energie in haar buik wordt krachtiger als de energielichamen van het kind tijdens de zwangerschap verder indalen. Dan, op een bepaald moment, wordt het kind geboren. De energie van de vader, de moeder en het kind zijn nu alle drie heel dicht bij elkaar. Banden vormen zich tussen hen en hij ziet dat ze een eenheid vormen, de mannelijke polariteit, de vrouwelijke polariteit en het kind dat via de reïncarnatie tot hen gekomen is. Tussen hen drieën schijnt van bovenaf een prachtig licht als van sterren, goddelijke energie die hen ondersteunt in hun leven als gezin. Dan lossen de beelden op. Nog hoort hij een vrouwenstem: “Kom met me mee!” Hij laat dat langs zich heen gaan. Als hij zich helderziend instelt, voelt hij dat deze plek te maken heeft met de vrouwelijke seksuele aantrekkingskracht. Ook hier krijgt hij energielijnen te zien die naar boven gaan, naar de wereld van de ongeboren zielen en de vrouw als ontvanger van het nieuwe leven.
Dan komt een gevoel van eenzaamheid, van alleen zijn, in hem op. Het gevoel van gemis van de warmte, de koeste¬ring en de nabijheid van de vrouw. Hij twijfelt: ‘Had ik anders moeten handelen?’ Het lijkt alsof hij vaag nog de tonen van muziek hoort. Weer flitst een intuïtieve impuls door hem heen: ‘De weg van het hart gaat steil omhoog en het hart verwarmt al het andere.’
De spanning tussen de kracht om omhoog, om verder te gaan vanuit zijn hart en de kracht van de aantrekking naar die ander om hier te blijven, is voelbaar in hem. Dan verbinden hart¬(chakra) en buik (chakra) zich energetisch in hem met een lichtende energiestroom. Het voelt alsof alles weer compleet wordt, dat het leven weer één wordt.
Het vervolg omhoog door de schacht
De weg omhoog begint gevoelsmatig aan hem te trekken. Het vervolg van zijn missie ligt nu verderop. Aan de rechterkant gaat hij op zijn gevoel tegen de wand omhoog klimmen. Hij begint schuin omhoog te klimmen waarbij hij goed moet uitkijken waar hij houvast heeft. Hij komt weer bij het rotsplateautje van het granieten blok terug en gaat door de opening naar de schacht terug. Hij pauzeert even in het oostelijk deel van de grotto. Dan klimt hij daar omhoog door de schacht waar een tweede deksel is dat hij met enige moeite weet open te maken. Hij gaat door de opening heen en sluit het deksel weer. Hij klimt door de schacht omhoog en komt in een gedeelte van de schacht uit dat schuin is. Het klimmen wordt nu meer schuin kruipen wat het wat gemakkelijker maakt. Toch is dit nog een lang stuk schacht dat hij omhoog moet. Het volgende deel gaat weer steil omhoog en hij moet zichzelf weer vastklemmen met rug, voeten en handen om omhoog te komen. Dit stuk van de schacht lijkt symbool te zijn voor de moeite die het kan kosten, om los van de seksuele aantrekkingskracht te komen. Tot slot is er weer een deksel dat opzij geschoven moet worden waarna hij aankomt in de horizontale piramidegang. Hij sluit het deksel achter zich en rust even uit voor hij verder gaat met zijn inwijdingstocht. Einde van de aurareading.
Grotto te vergelijken met het tweede chakra
Bij mijn bezoek aan de piramide een aantal jaren geleden, kreeg ik bij iedere ruimte een sterk gevoel van correspondentie met een bepaald chakra: de onderaardse kamer met het eerste (stuit)chakra, de grotto met het tweede (navel)chakra, de Koninginnekamer met het derde (middenrif)chakra en de Koningskamer met het vierde (hart)chakra en de ruimten boven de koningskamer die men ontdekt heeft met het vijfde (keel)chakra. Een nog onontdekte ruimte daarboven heeft te maken met het zesde chakra (derde oog) en de vlakke top van de piramide met het kruinchakra.
Grotto, baarmoeder van het leven
De grotto wordt ook wel de ‘verborgen kamer’ genoemd en dat geeft iets weer van de intimiteit die man en vrouw hebben als ze samenkomen om zich te verenigen om een kind te verwekken. Als een ziel wordt aangetrokken om te incarneren kan dat leiden tot nieuw leven. Uit de aura-reading doemt het beeld op van het granieten blok als symbool voor de mannelijke seksuele kracht, de diepte van de grotto als symbool van de vrouwelijke seksuele kracht en het vochtige gedeelte bovenin als de bron. En daar is op het eerste gezicht iets vreemds aan want de bron zou je in de bodem van de grotto verwachten, bronnen zitten doorgaans niet bovenin in een ruimte. Toen ik me helderziend instelde op dit vochtige plafond kreeg ik een beeld van het gebied daarboven als de wereld van de ongeboren zielen. Daar was de echte bron van het leven, want zonder ziel die incarneert komt er geen leven! Ik had na deze beelden ineens het idee dat ik beter de betekenis van de grotto begreep. Deze ogenschijnlijk onbelangrijke holte onderin de piramide stond werkelijk symbool voor de baarmoeder van het leven.
De mannelijke polariteit, de vrouwelijke polariteit en het aantrekken van een kind worden door het trance-medium Jozef Rulof in zijn boeken als ‘vaderschap’, ‘moederschap’ en ‘reïncarnatie’ benoemd. Volgens hem zijn dat de drie basiswetmatigheden van dit universum. Al het andere is hier uit afgeleid!
Andere readingen
Uit de verslagen van de readingen van de man en de vrouw die in een vorig leven ook deze inwijdingstochten deden, komen vergelijkbare beelden wat betreft de betekenis van de grotto. Bij beide Egyptische incarnaties is de klim omhoog een zware tocht. In de grotto aangekomen komt de bewustwording dat deze plek symbool staat voor het verwekken van nieuw leven door man en vrouw. Bij de man ligt ook een accent op zijn bestuurlijke functie als farao van Egypte en het benadrukken voor zijn volk hoe belangrijk het is dat mensen hun kind in liefde ontvangen. Bij de vrouw ligt een accent op het gezin en de balans in de relatie met haar man. Verder ligt er een accent op haar levensmissie, het bouwen van een healing tempel. Hieronder staan de ruwe verslagen van de readingen van de man en de vrouw.
Verslag reading mannelijke readee———————————————————
De klim omhoog
Hij staat bij de uitgang van de ondergrondse kamer en gaat naar de voorkamer. Hij beseft ook dat hij de basiskrachten, zijn dromen en visie naar een hoger plan wil brengen. Weer schuift hij de deur open naar een tussenkamer. Hij beseft ook dat het op een hoger niveau brengen in stappen gaat. Hij gaat in de ondergrondse gang omhoog waar hij op droomniveau geweest is. Links is een gat in de wand. Hij beseft dat hij doorheen moet. Hij moet zijn krachten gebruiken om het niveau te bereiken dat door dit gat weerspiegeld wordt. Het lukt niet meteen om daarin te komen. Op een soort zijdelingse manier lukt het hem uiteindelijk wel om erin te komen. Hij komt in een steil omhoog gaande gang terecht. Het is zwaar en moeizaam om daar in omhoog te gaan: het is zwaar om de krachten op een hoger plan te brengen, dat gesymboliseerd wordt door de steile gang.
In de grotto, ruimte van vereniging
Hij komt bij een afsluitend deksel aan, opent die, gaat daar doorheen en beseft dat hij in de ruimte van de vereniging komt (de grotto). Hier kunnen man en vrouw één worden. Dit is de meest geheime ruimte en misschien wel de meest goddelijke in de zin dat het voortbestaan van de mens en de goddelijke missie van de mens hierdoor bepaald wordt.
Hij beseft de heiligheid van die ruimte. In de ruimte is het net of hij daar een steen opzij kan drukken. Hij is nu in deze verborgen ruimte en stelt zich daar gevoelsmatig op in en kijkt of hij daar wat kan ontwaren. Hij voelt dar een zachte energie en beseft dat dit de ontmoetingsplek is van man en vrouw. Hij krijgt een beeld dat als man en vrouw bij elkaar komen om zich seksueel te verenigen er van boven een ziel contact kan maken om te incarneren. Hij beseft dat de cyclus van het leven, de reïncarnatie, dat dat een goddelijk beginsel is. Weer komt zijn missie voor heel Egypte naar voren. Hier is voor hem een energie aanwezig om het volk van Egypte te helpen zodat mensen in liefde hun kind kunnen ontvangen in het besef dat dit een goddelijk geschenk is. Zoals hij er als heerser over praat is belangrijk om mensen te doen beseffen dat het krijgen van een kind verbonden is met de liefde.
Verder omhoog
Dan zie ik hem verder gaan. Na het bezoek van de grotto zie ik hem op de een of andere manier door de bronschacht omhoog klimmen. Hij komt tenslotte aan bij een luik aan de bovenkant. Hij voelt dat hij komt op het niveau van de bewuste mens, de mens die werkelijk bewust is van zijn handelen. Het lukt hem het luik te openen en uit de bronschacht te klimmen. Hij komt terecht onderaan de Grote Galerij in de piramide bij een kruising van gangen.
Verslag van de vrouwelijke readee———————————————————
De klim omhoog
Nadat ze de ondergrondse kamer en de voorkamer ervan heeft verlaten staat ze weer in de gang diep onder de piramide. Ze beseft dat ze ook de tocht omhoog bewust dient te gaan. Iets verder in de gang komt ze links bij een deur in de muur. Ze voelt aan dat dit naar een ruimte leidt waar een confrontatie van de krachten van het mannelijke en het vrouwelijke op haar wachten. De vereniging daarvan kan leiden tot een nieuwe incarnatie van een ziel zodat je een kind krijgt. Tegelijkertijd voelt ze hoe verwarrend de mannelijke en vrouwelijke interactie kan zijn, hoe makkelijk je erin verstrengeld kan raken. Het hebben van kinderen is een uitdaging waarin je op kan gaan en jezelf een beetje in kan verliezen. Toch beseft ze dat dit de enige weg is om hoger te komen, naar een hoger niveau. De gang waarin ze staat is heel lang en van boven afgesloten. Nu is deze boven opengebroken, maar ten tijde van haar incarnatie was die afgesloten. De enige manier om verder te komen is te klimmen.
Ze klimt in de zijwand en wurmt zich een weg omhoog in de smalle schacht die daar is. Ook hier betekent het naar een geestelijk hoger niveau gaan, ook fysiek hoger gaan. Tijdens het klimmen gaan er krachten in haar spelen en krijgt ze beelden over haar rol in relaties. Hoe je heen en weer geslingerd kan worden, waarbij je dan de één aantrekkelijk vindt en dan de ander, en dat je een kinderwens kan hebben. Ze voelt hoe dat soort gedachten kunnen afleiden van je eigenlijke innerlijk gevoel over wat okay is.
In de grotto, beelden van de verwekking van een kind
Tegen de tijd dat ze in de grotto is aangekomen, een kleine ruimte, heeft ze zich herpakt. Ze voelt ´ik wil op mijn innerlijk afgaan, op dat wat okay is. Als ze zich daarop richt, komt het beeld van haar huidige partner in dit leven naar voren die ook in Egypte haar partner was. Ze krijgt het besef van ‘wij hebben een band, wij moeten verder’. Dan verandert het beeld weer en wordt het weer Egyptisch. Haar Egyptische incarnatie beseft: ‘wij hebben kinderen gekregen die het Goddelijke ons geschonken heeft.’ Een beeld komt naar voren van het verwekken van een kind en er wordt uitgereikt naar een ziel die gereed en geschikt is om bij hen te incarneren. Ze ziet dat enkele keren bij het intiem contact met haar echtgenoot een ziel zich losmaakt uit de wereld van de ongeboren zielen en er een energievortex ontstaat waarbij in de kern van de ongeboren ziel, iets aangeraakt wordt waardoor er wazen van kleuren en wolken van energie ontstaan rondom dit bolvormige zielengebied, nog voorafgaand aan de conceptie. Door de krachten van de godsvonk in de kern van de ziel bouwt zich, in relatie met de toekomstige ouders, de energie van het levensplan op. Dit vindt plaats op de momenten in de relatie dat man en vrouw elkaar dichter naderen en er ‘vonken’ kunnen overspringen, tot het moment dat de man en vrouw met elkaar gaan vrijen en de bevruchting plaatsvindt. Dan vormt zich een energielijn, of ook wel het zilveren koord genoemd, van de ziel naar de vrucht in wording, de eerste versmolten cel (eicel met zaadcel). Dan bouwt zich het lichaam van het kind in relatie met de ziel verder op. Later in de zwangerschap dalen ook de energielichamen in het fysieke lichaam. Bij de Egyptische incarnatie van mijn readee is dit drie keer gebeurd, ze had in dat leven drie kinderen gekregen.
De hartsverbinding
Ze voelt hoe belangrijk het is om toch in essentie de gevoels- en dus energielijn te houden met haar echtgenoot, wat bij haar in essentie ook een hartsverbinding is. Hoe moeilijk het ook is: hij met al zijn werkzaamheden en plichten als bestuurder in Egypte, zij die ook haar verplichtingen heeft, maar vooral haar kinderen die ze begeleidt, opvoedt. Toch voelt ze door alles heen dat het belangrijk is de balans tussen man en vrouw goed te houden.
Als ze gaat staan in de grotto, lijkt het alsof haar partner tegenover haar staat. Ze voelt hoe belangrijk het is, met alles wat er gebeurt, die lijn tussen hen vast te houden, die innerlijke verstandhouding levend te houden. Ze voelt dat ze er allebei rijker uitgekomen zijn, door dit huwelijk, dit werk en door de kinderen samen mee te maken. De kinderen hebben metafysische energielijnen met hen beiden, wat natuurlijk en gewenst is: de banden tussen ouders en kinderen. Ze voelt dat het essentieel is om te leren hoe ze het mannelijke en het vrouwelijke in de relatie in balans kan houden, want dat voelt het beste. Gaat ze teveel in haar moederrol zitten, dan wordt die balans scheef. Wanneer ze teveel in de regelrol gaat naar haar man, dan gaat de balans ook scheef. Het is een kunst voor haar om die twee energieën in balans te houden.
Verder omhoog
Dan beseft ze dat ze verder moet, dat haar ontwikkeling verder gaat, maar tegelijkertijd bindt het haar, de kinderen en haar man. Ze moet zich omhoog wurmen door de bronschacht die vanuit de grotto omhoog gaat en dat gaat niet zo makkelijk. Ze klautert omhoog. Dit symboliseert dat ze zich moet verheffen, zich verder moet ontwikkelen en uitgroeien boven haar gezin, zonder dat te verliezen. Het Is een moeizame weg omhoog en als ze bijna boven is, beseft ze dat ze weer opnieuw in de wereld moet gaan staan. Dat ze meer als vrouw in de wereld wil komen met al de taken en verplichtingen die dat geeft plus de speciale missie die ze in dit leven heeft om een healing tempel te bouwen. Het Is een grote stap voor haar om uit de bescherming van het gezin met de moederrol en als echtgenote, naar een opener situatie in de wereld te gaan. Dan is ze boven, komt aan vlakbij een kruispunt van gangen en vraagt ze zich af welke kant ze op moet gaan.
► Verder naar hoofdstuk 11: De Koninginnekamer: De denkende mens
► Terug naar hoofdstuk 9: De Ondergrondse Kamer en de basiskrachten van het bestaan
mooi
mooi hoe je dit beschrijft.
Mooi
Dank voor je compliment Marlies, voor mij was het ook een wonderlijke ervaring om te merken wat voor diepgaand gebeuren verbonden is met de Grotto!
Korte bloemlezing reacties
Lezer “Ik vond het weer heel bijzonder om te lezen! Dankjewel! Ik heb het een paar keer moeten lezen omdat het veel details bevat en tegelijkertijd ook inzicht geeft in de soorten aantrekkelijkheid van de vrouw, hoe een nieuw leven tot stand komt en het houden van balans en jezelf tegelijkertijd naar een hoger plan proberen te ontwikkelen. Ook hier waren de aanvullingen van de readees waardevol voor het hoofdstuk!”
Een andere lezer: “Hoofdstuk 10 spreekt me bijzonder aan. In z’n algemeenheid lijkt het mij dat het symbool van de piramide en deze beschrijvingen een verzamelpunt wordt van inzichten van diverse mensen en dat is mooi om te zien. Ik ben benieuwd wat de man-vrouw relatie en de universele ervaringen die hier beschreven worden losmaakt bij de lezers.”
N.B: Een aantal opmerkingen van de bloemlezing van reacties bij hoofdstuk 11 heeft ook betrekking op dit hoofdstuk 10.