09 Een mannen- en een vrouwenhunebed bij Drouwen
De hunebedden D19 en D20 bij Drouwen aan de Steenhopenweg hebben we een bezoek gebracht om te checken of het, net als in Duitsland bij de Oestringersteine, een hunebed voor priesters en een hunebed voor priesteressen betreft.
Figuur 1: Vrouwenhunebed D19 bij Drouwen
Dat bleek het geval. Het vrouwenhunebed D19 (zie figuur 1) lag westelijk, het mannenhunebed D20 (zie figuur 3) lag oostelijk met de kransstenen nog aanwezig. Beide hunebeden zijn behoorlijk groot D19 is 15 meter lang en D20, 11 meter.
Opgravingen
Bij opgravingen (zie figuur 2) in 1912, zijn honderden stuks aardewerk gevonden. Niet alleen trechterbekers, maar ook schalen, emmers en zelfs bijlen. Alleen al in het vrouwenhunebed (D19) zijn meer dan 400 potten gevonden en ook een paar koperen reepjes. Deze reepjes zijn de oudste metalen voorwerpen die ooit in Nederland gevonden zijn.
Figuur 2: Opgraving in 1912 bij hunebedden D19 en D20 te Drouwen
De vrouwenhunebed D19
Om meer te weten te komen van het vrouwenhunebed D19, stelde ik me via aura-reading erop in. Zo’n 5000 jaar geleden , toen dit hunebed na zijn bouw gebruikt werd, konden allerlei vrouwenzaken aan de orde komen. Ik richtte me op een voorbeeld hiervan en zag een vrouw die advies kwam vragen voor haar menstruatie- en vruchtbaarheidsproblemen. De priesteres vroeg haar in het hunebed te komen waar de vrouw op haar rug moest gaan liggen. Ze gaf de vrouw een behandeling van haar buik, deels met een buikmassage en deels met een kruidenkompres.
De priesteres gaf ook een energetische healing van haar buikgebied en liet de energie van haar buik beter naar boven in haar lichaam doorstromen. Daarna smeerde ze haar buik en benen in met een kruidenmiddel waardoor de vrouw merkte dat dat hele gebied weldadig warm werd. De priesteres schatte in dat haar buik energetisch behoorlijk verstoord was en vroeg de vrouw over enkele dagen terug te komen voor een vervolgbehandeling. De vrouw was opgelucht want haar buik voelde een stuk lichter. De krampen in dat gebied waren sterk verminderd.
Figuur 3: Kransstenen bij mannenhunebed D20 te Drouwen
Het mannenhunebed
Bij het mannenhunebed (zie foto 3 en 4) konden allerlei zaken met betrekking tot de stam aan de orde komen, evenals persoonlijke zaken van mannen. Toen ik me middels aura-reading richtte op een voorbeeld uit het verleden van het hunebed, zag ik dat de priester geconfronteerd werd met een lastige bemiddelingsvraag, of beter gezegd een bemiddelingspuzzel. Ik zag drie mannen aankomen bij het hunebed om daar de priester te spreken. Ze hadden een probleem want ze hadden afspraken gemaakt over de verdeling van het vlees van een koe maar nu het dier geslacht was, bleken de afspraken onenigheid te geven. De eerste man dacht dat hij een groot stuk van het achtereind van de koe zou krijgen. Hij had de koe aan de hand vervoerd over een behoorlijke afstand en daarvoor extra kosten gemaakt. Maar de tweede man dacht dat dat stuk vlees veel kleiner moest zijn, omdat hij veel meer voor de koe gezorgd had. Juist hij zou een groot stuk van het achtereind moeten krijgen! De derde man vond het niet rechtvaardig dat hij niets van de achterkant zou krijgen waar het beste vlees zat. De koe was eigenlijk van hem, maar hij had die laten verzorgen door de tweede man. De drie mannen hadden er behoorlijk over geruzied, maar kwamen er niet uit. Omdat de onderhandelingen vastgelopen waren besloot men als noodgreep de priester van het mannenhunebed te raadplegen. Die vroeg echter ook een bijdrage voor zijn bemiddeling. Eén man stelde voor een stuk van de flank van de koe, de tweede man een stuk van het achtereind en de derde een borststuk.
Het priesteraandeel
“Maar van wie krijg ik wat?” vroeg de priester, “ieder van jullie wil me een ander stuk geven. Krijg ik drie stukken?” De mannen keken bedremmeld, want dat was nu ook weer niet de bedoeling. Ze trokken zich terug om met elkaar te beraadslagen. Ook de priester trok zich terug in zijn hunebed om zich in te stellen op een oplossing waarin een balans tussen de drie mannen gevonden zou worden. In hun overleg besloten de mannen de priester een midden- en rugstuk aan de bieden. Dat was een mooi stuk vlees en zou dan een goed advies kunnen opleveren, bedachten ze. Dat boden ze de priester aan. De priester vroeg over welke stukken van de koe ze geen problemen hadden om te verdelen. Ze vertelden toen dat het grootste deel van het midden- en het voorstuk voor de eigenaar was, de derde man.
Een nieuwe verdeling
“Maar” zei de priester, “de linkerachterkant kan in tweeën en de rechterachterkant ook. Hebben jullie daarover al beslist?” Over zo’n verdeling hadden ze nog niet nagedacht. Weer gingen ze onderling overleggen. Ze tekenden zelfs de koe in het zand om de verschillende stukken goed in beeld te brengen. Iedere man vond dat hij in ieder geval één van de vier stukken mocht hebben. Over het vierde stuk waren ze het niet eens. Dat gingen ze aan de priester vertellen.
De priester luisterde naar de uitkomst van hun overleg. “Wat zouden jullie ervan zeggen” vroeg hij daarna, “als ik mijn midden- en rugstuk ter beschikking stel en in plaats daarvan het vierde stuk krijg. Dat midden- en rugstuk moeten jullie in twee delen onderling verdelen.” Opnieuw was er overleg. De eerste en de tweede man kregen de halve portie van de priester en de priester het achterstuk. Dat gingen ze de priester vertellen.
Figuur 4: Mannenhunebed D20 (bron: Hunebedden in Nederland)
Een afrondend feestmaal
“Dan zijn jullie er bijna uit” zei de priester. De mannen keken verbaasd, ze hadden nu toch de hele koe verdeeld? “Kijk” zei de priester, “na goed onderhandelen is het ook goed om samen het resultaat te vieren. Ik verwacht jullie morgenmiddag bij mijn huis met mijn aandeel vlees en dat gaan we klaar maken voor een feestmaaltijd.” De mannen waren aangenaam verrast door dit aanbod en stemden er blij mee in. De volgende dag werd een feestmaal georganiseerd bij de priester thuis, waar zijn vrouw en kinderen ook meeaten en de priester nog een verhaal vertelde van lang geleden dat iedereen mooi vond. En ook de vriendschap tussen de mannen was weer teruggekeerd en ze begrepen dat ze voortaan duidelijker afspraken moesten maken.
Terugblik
Bij bovenstaande voorbeelden van de priesteractiviteiten bij zowel het mannen- als het vrouwenhunebed, worden geen trechterbekers of iets dergelijks aan de priesters of priesteressen aangeboden. Dat is bij andere aura-readingen anders. Als daar de hulp van de goden gevraagd wordt en een priester moet in trance gaan en uittreden om de hulp van de goden te vragen, dan wordt wel iets waardevols als offer aan de goden aangeboden. Dat kan een trechterbeker zijn gevuld met voedsel, een hanger of iets anders waardevols.
Tweeling hunebedden
In Drenthe liggen op diverse plaatsen twee hunebedden bij elkaar. De twee hunebedden bij Borger de D28 en D29 zijn daar voorbeelden van: de ‘Borger tweeling’. Als ik me via aura-reading erop instel, zie ik dat de ene, D28, een vrouwenhunebed is en de andere, D29, een mannenhunebed. Op de hunebedwijzer worden deze combinaties ‘tweeling hunebedden’ genoemd, die vaker in Drenthe voorkomen zoals bij Valthe en Sleen. Deze combinatie lijkt ook op wat Herman Clerinx in zijn boek ‘Kathedralen uit de steentijd’ een langgraf noemt: twee hunebedden onder één dekheuvel. Interessant is verder dat zowel de priester als de priesteres van een hunebed belangrijke functies vervulden ten tijde van de Trechterbekercultuur (3300 – 2850 v. C.).
Informatie
Meer verhalen over het verleden van hunebedden die door middel van aura-reading zijn verkregen, zijn in dit blog te vinden en de rubriek ‘Mijnhunebed’ van het Hunebedcentrum te Borger.
► Vorig blogbericht: Prehistorische advisering op Corsica (Filitosa)
Hunebedden
Als maker van de website “Hunebedden in Nederland” ben ik verbijsterd over de nergens op gebaseerde fantasieën over gebruik en bestemming van hunebedden. Niettemin gun ik iedereen zijn dwaalleer over dit onderwerp
Hunebedden
Hallo J.B. Meijer, je verbijstering kan ik me ergens wel indenken. Vroeger had ik ook het idee dat hunebedden grafkelders waren, dat stond immers in alle boekjes erover. Jaren later, toen ik een opleiding tot aura-reader had gevolgd, maakte ik eigenlijk toevallig kennis met de energetische kant van hunebedden. Met mijn handen kon ik toen de energieplekken voelen die in een hunebed aanwezig waren (tenzij er veel aangerommeld is met het hunebed). Jaren later pas ben ik me er door aura-reading in gaan verdiepen en dat leidde tot een totaal andere visie op de functie van hunebedden. In plaats van grafkelders bleken het plekken te zijn waar mensen (5000 jaar geleden) raad konden vragen aan natuurpriesters. Die konden dan in een trancetoestand met antwoorden komen waar mensen wat aan hadden. Die trancetoestand werd opgewekt door een combinatie van kruiden en de energie van de hunebed. Dat is dan geen fysieke energie zoals elektriciteit maar metafysische energie (de onzichtbare uitstraling van mensen, dieren, planten maar ook van levenloze voorwerpen). De natuurpriesters waren mensen die zorgvuldig geselecteerd en opgeleid waren. Niet iedereen was daarvoor geschikt.
Toen ik me later verder ging verdiepen in hunebedden en daar meer over las, zag ik dat er in Nederland geen enkel bewijs was dat de hunebedden als grafkelder gebruikt waren. Het verhaal dat de menselijke resten allemaal vergaan waren, klonk ook onwaarschijnlijk. In sommige opgegraven trechterbekers heeft men nog voedselresten aangetroffen, die niet vergaan waren! Voor mensen die zich niet zelf door middel van aurareading kunnen instellen op het verleden van een hunebed, blijft het lastig te bewijzen dat ze geen grafkelder zijn geweest maar een energieplek voor advies. Je kunt wat in dit blog staat over hunebedden, zien als een alternatief verklaringsmodel. Een model dat je kunt checken op interne logica en verklaringsmogelijkheden van wat in en om hunebedden gevonden is. Als je het echt wil weten, is het zelf ontwikkelen van het vermogen van aura-reading een mogelijkheid.